vakantieverhalen-vertellen

In iedere dorp, stad, provincie of land heb je er wel een: volksverhaal, sage, legende of mythe. Tijdens deze les gaan de kinderen zelf verhalen ontdekken uit de omgeving waar zij op vakantie zijn geweest. Deze verhalen gaan de kinderen met elkaar delen door ze aan elkaar te vertellen.

De eerste schooldag na een vakantie

Na iedere vakantie vertellen de meeste kinderen graag wat zij hebben gedaan tijdens hun vakantie. Sommige kinderen blijven maar vertellen, terwijl een ander kind het volgende kan vertellen: “Ik heb veel gegamed in de vakantie. Maar we zijn ook nog weg geweest. Ik ging met mijn ouders en zusje naar Overijssel. We stonden op een camping aan meer. We hebben daar gezwommen, gevist en ik heb nog in een kano gevaren. Het was heel leuk.”

Bij ons op school schrijven de kinderen veel teksten en in mijn klas zullen de kinderen dan ook een tekst schrijven van hun vakantie. Maar ik wil meer. Ik wil dat de kinderen zich ook gaan verdiepen in verhalen uit de omgeving van waar zij heen zijn geweest. En deze vakantieverhalen vertellen de kinderen uiteindelijk aan elkaar.

Maar voordat een meester of juf dit van een kind kan verwachten moeten er wel wat stappen genomen worden.

Op zoek gaan naar vakantieverhalen

Het vinden van een geschikt verhaal om te vertellen zal de grootste uitdaging zijn. Kinderen zullen hier dan ook enige sturing en hulp bij nodig hebben.

Vind maar eens een begrijpelijk verhaal over dat afkomstig is uit de plaats/gebied waar jij op de camping hebt gestaan. Het kan namelijk best voorkomen dat de kinderen geen zoekresultaten krijgen.

De kinderen in mijn klas moeten op de website beleven.org gaan zoeken naar een verhaal. Op deze website staan heel veel verschillende verhalen. Kinderen kunnen eenvoudig een zoekterm invoeren of zoeken per provincie/land.

In mijn klas moeten de kinderen de volgende volgorde aanhouden bij het zoeken:

  1. De plaats waar je bent geweest (mijn voorbeeld: La Roche-en-Ardenne);
  2. Het (natuur)gebied waar je bent geweest (mijn voorbeeld: Zwarte Fruinen (natuurgebied de Weerribben-wieden) en de Strooppot (Texel) );
  3. De provincie waar je bent geweest;
  4. Het land waar je bent geweest.

Als de kinderen gaan zoeken naar een verhaal, dan beginnen zij bij punt 1. Kunnen zij geen (begrijpelijk) verhaal vinden, dan gaan zij naar punt 2. Kunnen zij nog steeds geen (begrijpelijk) verhaal vinden, dan gaan zij naar punt 3. Is er nog steeds geen (begrijpelijk verhaal? Dan mogen de kinderen een verhaal zoeken afkomstig uit het land waar zij zijn geweest.

Help de kinderen mee tijdens hun zoektocht. Dit kan je doen door vragen te stellen, zoals: Ben je ook naar een bezienswaardigheid geweest? Zo ja, waar ben je geweest? Was er ook een kasteel of een ruïne? Heb je ook bijzondere dieren gezien? Zo ja, welk(e) dier(er)? Mochten de kinderen een bijzonder dier hebben gezien, dan kunnen zij ook op zoek gaan naar een verhaal over dit dier.

Maar misschien zijn er ook wel kinderen in Drenthe op vakantie geweest en hebben zij reuzen gezien (Ellert & Brammert). De kinderen kunnen dan op zoek gaan naar een verhaal over deze reuzen.
Verder is het ook mogelijk dat de kinderen naar het planetarium van Eise Eisinga zijn geweest. In dat geval kunnen zij het verhaal van Eise Eisinga vertellen. Wie was hij? En waarom heeft hij het planetarium gemaakt?

Wat voor soort verhaal de kinderen gaan vertellen, dat maakt mij niet uit. Een legende, sage, volksverhaal, sprookje, waargebeurd of iets anders. Het mag allemaal. Als het maar een vakantieverhaal is en afkomstig is uit de omgeving waar het kind heen is geweest.

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat er kinderen zijn die niet op vakantie zijn geweest en ook niets bezocht hebben. Deze kinderen kunnen dan een verhaal gaan zoeken afkomstig uit hun woonplaats, (natuur)gebied, provincie of land.

Vakantieverhalen vinden op Google

Kunnen de kinderen geen verhaal vinden op beleven.org. Dan kan je kinderen ook een poging laten doen op Google. Echter kan je natuurlijk heel veel vinden op Google en daarom is de zoekmachine minder overzichtelijk. Google kan wel goed gebruikt worden als de kinderen een specifiek verhaal zoeken die zij op vakantie al hebben gehoord. Of als kinderen nog weten naar welk kasteel, ruïne of andere bezienswaardigheid zij zijn geweest. Vaak staat er namelijk op de website van de bezienswaardigheid ook een verhaal.

Vakantieverhaal gevonden en nu?

De kinderen moeten nu hun vakantieverhaal gaan lezen. Het allerbelangrijkste is dat kinderen begrijpen waar hun verhaal over gaat. Staan er nog moeilijke woorden in de tekst? Dan moeten de kinderen gaan uitzoeken wat deze woorden betekenen.

Zodra de kinderen hun tekst begrijpen moeten zij een mooi spiekbriefje maken. Terwijl de kinderen het spiekbriefje maken zijn zij al hun verhaal aan het voorbereiden.

De kinderen zullen hun vakantieverhaal uiteindelijk gaan vertellen met behulp van hun ‘mooie spiekbriefje’.

Een mooi spiekbriefje maken

  1. Bedenk wat (voorwerp, wezen, gebouw) een (belangrijke) rol speelt in jouw verhaal.
  2. Teken op een A4-papier de omtrek van het figuur dat in jouw verhaal een (belangrijke) rol speelt. Doe dit zo groot mogelijk.
  3. Schrijf met potlood de steekwoorden/korte zinnen in jouw figuur. Maak hierbij gebruik van een logische volgorde, bijvoorbeeld: van boven naar beneden of van links naar rechts. Je kan eventueel gebruik maken van pijltjes om de volgorde te verduidelijken.
  4. Pak een viltstift en geef de steekwoorden/korte zinnen verschillende kleuren.
  5. Knip jouw omtrek uit.
  6. Plak de omtrek op een ander kleur A4-papier.
  7. Vertel jouw verhaal aan de rest van jouw klas.
  8. Geef jouw mooie spiekbriefje een plek in de klas. Andere kinderen kunnen jouw spiekbriefje als voorbeeld gebruiken, het verhaal opnieuw lezen of in hun hoofd het verhaal iets anders maken terwijl ze jouw steekwoorden gebruiken.

Iedereen kan vakantieverhalen vertellen

Het is voor kinderen misschien best spannend om vakantieverhalen te vertellen in de klas. Het ene kind vertelt sowieso liever dan een ander. Als meester of juf is het in mijn ogen dan ook belangrijk de voordelen van verhalen vertellen te delen met de kinderen in jouw klas.

Het grootste voordeel is dat de verteller bepaalt hoe het verhaal loopt. De kinderen hebben hun spiekbriefje, dus zij weten de chronologische volgorde. Maar wat er allemaal precies gebeurd, dat kan en mag best anders zijn dan de geschreven tekst. Kinderen hoeven niet bang te zijn dat zij een woord overslaan of een zin anders vertellen. Het gaat erom dat de kinderen hun verhaal durven en kunnen delen met de rest van de groep. En dat het publiek een voorstelling kan maken van de gebeurtenissen en geniet.

Vakantieverhalen in jouw klas

Laat jij de kinderen in jouw klas ook vakantieverhalen vertellen en mogen zij gebruik maken van het ‘mooie spiekbriefje’? Dan ben ik heel erg benieuwd naar jouw ervaringen. Dit kan je doen door een reactie achter te laten onder dit bericht 🙂

Hoe verliep de zoektocht naar een vakantieverhaal? Welk vakantieverhaal is er verteld? Hoe vonden de kinderen om een vakantieverhaal te vertellen? En hoe vond het publiek dat een klasgenoot een verhaal heeft verteld?

In mijn klas zijn er steeds meer kinderen die verhalen vertellen. En keer op keer is de rest van de stamgroep (en de meester) enorm aan het genieten. Het stimuleert andere kinderen ook om verhalen te gaan vertellen.

Op Instagram @inmijnklas.nl en de Facebookpagina van inmijnklas.nl zal ik met jullie delen hoe de kinderen het vertellen van vakantieverhalen hebben ervaren.

Wil jij ‘mooie spiekbriefjes’ met ons delen? Dan kan je @inmijnklas.nl altijd noemen in je bericht of maak gebruik van @inmijnklas

meesterJasper on FacebookmeesterJasper on Instagram
meesterJasper
Stamgroepleider van de Kluizelaar (groep 6/7/8) op O.J.S. de Petteflet te Groningen en oprichter van inmijnklas.nl. Met inmijnklas.nl hoop ik een plek te creëren waar meesters, juffen en studenten hun ervaringen en ideeën kunnen delen met elkaar!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geverifieerd door MonsterInsights