De schepen van de VOC

De schepen van de VOC moesten een hele reis maken om in Nederlands-Indië te komen. Een reis naar Batavia, dit was de hoofdstad van Nederland-Indië, duurde gemiddeld acht maanden. De schepen van de VOC werden zo gebouwd dat er zoveel mogelijk lading aan bord kon.
Het belangrijkste dat de vertrekkende schepen aan boord hadden was goud en zilver. Met het goud en zilver konden er producten gekocht worden voor de Europese markt. Daarnaast waren vaak nog de volgende spullen tijdens de reis naar Nederlands-Indië: textiel en wijnen voor de ruilhandel, reparatiemateriaal voor de schepen, kleding voor de bemanning, papier en pen en bouwmaterialen voor Nederlandse huizen en forten in Azië.
Naast de vele spullen die mee gingen vanaf Nederland, leefde er op VOC-schip tussen de kisten, voorraden en hangmatten ongeveer twee- tot driehonderd zeelieden en soldaten.

De Verenigde Oost-Indische Compagnie had verschillende soorten schepen. De grootste schepen werden ‘retourschepen’ genoemd omdat die heen en weer voeren tussen Nederland en Azië. De kleinere schepen werden gebruikt om in Azië tussen alle vestigingen heen en weer te varen.

Het 'retourschip', een spiegelschip

Het spiegelretourschip was voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie het meest belangrijke scheepstype als het gaat om transport. Deze schepen voeren heen en weer tussen Nederland en Azië.

Er waren verschillende groottes spiegelretourschepen. Het grootste schip was de Prins Willem, dit schip had een lengte van 57 meter. De Prins Willem werd gemaakt in 1649 in Middelburg en kwam op rekening van de Kamer Zeeland.

De zijkanten van een spiegelschip bolden breed, hierdoor kon het schip meer lading meenemen. Daarnaast was dit schip ook geschikt om passagiers te vervoeren. De achterkant van het schip was afgeplat, dit werd een ‘spiegel’ genoemd en was altijd mooi versierd met houtsnijwerk en beschildering, hier komt ook de naam spiegelschip vandaan.

Spiegelretourschepen bestonden uit verschillende dekken. Onderin het schip had je het ruim voor de lading. Daarboven was het koebrugdek, hier zaten de extra manschappen en/of specerijen. Boven het koebrugdek was het overloopdek. Op het overloopdek bevonden zich de voorraden, was er een opslag voor reserveonderdelen, buskruit en wapen en er was een timmermanswerkplaats. De meeste bemanning was meestal te vinden op het overloopdek.

Een spiegelschip had altijd drie masten en was net als een oorlogsschip bewapend met kanonnen. Alleen had een spiegelschip minder kanonnen aan boord dan oorlogsschepen.

Reconstructie van de Batavia
Een reconstructie van een bekend VOC schip,
de Batavia.("Reconstructie van de Batavia", z.j.)

Ben jij klaar voor de reis naar Indië? Stap dan aan boord bij Kapitein Bontekoe, een van de bekendste schippers van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.

Bronnen:

Geverifieerd door MonsterInsights