verhalenkring

Zoals je op inmijnklas.nl kunt zien ben ik een groot voorstander van het vertellen van verhalen. Het vertellen van een verhaal is echt iets anders dan het voorlezen. Daarom deel ik graag met jullie de verhalenkring.

Voor kinderen is het vertellen van verhalen een goede manier om te werken aan hun mondelinge taalvaardigheden, maar dat niet alleen. Om verhalen voor te bereiden zullen zij ook verhalen moeten lezen.

Door de verhalenkring te introduceren in jouw klas werken kinderen aan zowel verschillende mondelinge taalvaardigheden als leesvaardigheden.

Het doel van de verhalenkring

Het doel van de verhalenkring is dat kinderen een zelfgekozen bestaand verhaal gaan vertellen in de groep. Dit kan een sprookje, legende, mythe, sage of een ander verhaal zijn. De vertellers nemen hun publiek mee in het verhaal. Dit kunnen kinderen doen door met hun stem te spelen (hard/zacht), pauzes in te lassen (spanning opbouwen), sneller te gaan praten (haast/bang) en als het ze lukt ook met hun mimiek mee te nemen in het verhaal.

Het verhaal dat de kinderen heeft een duidelijke rode draad er zit dus een duidelijk begin, midden en eind in het verhaal.

Het begin, midden en eind bij het vertellen van een verhaal

Het begin van een vertelling begint altijd door de titel van het verhaal te vertellen, wat voor verhaal het (sprookje, mythe, sage, etc..) en -als de schrijver bekend is- de schrijver. Vervolgens start het verhaal vaak met: ‘Er was eens…….’, ‘In een land hier ver vandaan…..’ of ‘Honderden jaren geleden in een groot maar vervallen kasteel……’ .

In het middenstuk van het verhaal worden de gebeurtenissen chronologisch verteld. De personages worden voorgesteld en er vinden een aantal ontwikkelingen plaats. Deze ontwikkelingen leiden dan tot het hoogtepunt van je verhaal, dit noem je de climax van een verhaal. ‘De ridder zag te laat de draak en hij werd gegrepen……’

Na de climax vertel je verder wat er gebeurt en kom je aan bij het einde. ‘De ridder herstelde zich en wist op de nek van de draak te klimmen…..’

Bij het eind geef je een laatste beeld van het verhaal. Een einde van een verhaal is vaak: ‘En ze leefden nog lang en gelukkig.’ of ‘En niemand heeft de draak ooit nog gezien.’

De aanpak van kinderen om verhalen te vertellen

  1. Verhaal opzoeken. Dit doen zij door verschillende (korte) verhalen te lezen. Van welk verhaal worden zij enthousiast?
  2. Een tekening maken dat bij het verhaal past. Dit wordt het mooie spiekbriefje. Geef de kinderen de opdracht om tijdens het tekenen te denken aan het verhaal dat bij hun tekening hoort. Welke delen van het verhaal hebben zij nog scherp en bij welke delen van het verhaal weten zij niet meer zo goed wat er gebeurt? Door dit te doen oefenen de kinderen al de verhaallijn eigen te maken.
    Wil je geen creatieve opdracht toevoegen, dan is dit ook mogelijk. Je kan ook een tekening printen of kopieren. Of deze stap overslaan en direct naar stap 3 gaan.
  3. De kinderen schrijven de belangrijkste steekwoorden op hun mooie spiekbriefje. Het is natuurlijk wel van belang dat de kinderen weten wat steekwoorden zijn. Leg dit dus van tevoren uit. De kinderen schrijven de steekwoorden zo op dat zij het verhaal chronologisch kunnen vertellen aan de hand van de steekwoorden. Hierbij kunnen zij werken met kleuren (begin, midden en eind allemaal een andere kleur), lijntjes trekken van steekwoord naar steekwoord of de steekwoorden nummeren.
  4. Oefenen. Laat de kinderen het verhaal eerst zelf oefenen. Kennen zij het verhaal met behulp van hun mooie spiekbrief? Dan kunnen de kinderen het verhaal oefenen met iemand anders. Het doel van het oefenen is dat de kinderen het verhaal kennen, maar ook dat zij gaan oefenen met hun stemgebruik.
  5. Het verhaal vertellen in de klas en genieten.

Een mooi spiekbriefje

Het mooie spiekbriefje heeft verschillende doelen. Zo helpt het de kinderen bij hun voorbereiding. Door het verhaal te verwerken in een mooi spiekbriefje gaan de kinderen in hun hoofd het verhaal al een aantal keren doorlopen. Hierdoor leren zij het verhaal kennen.

Daarnaast kan het mooie spiekbriefje heel goed gebruikt worden ter introductie van het verhaal. De kinderen kunnen het mooie spiekbriefje voor zich houden en zeggen: “Mijn verhaal gaat over…….”. Je zult merken dat de rest van de groep aandachtig kijkt naar mooie spiekbriefje en nieuwsgierig is naar het verhaal. Het helpt dus bij het krijgen van de aandacht en het prikkelen van de groep.

Verder kan het tijdens het vertellen van een verhaal zijn dat je de draad even kwijtraakt. Dit is natuurlijk helemaal niet erg. Met behulp van het mooie spiekbriefje kan je de draad weer eenvoudig oppakken. Het leuke aan verhalen vertellen is dat je het ook niet exact hetzelfde hoeft te vertellen zoals het geschreven is. De zinnen kunnen best iets aangepast worden, als de inhoud van het verhaal maar wel hetzelfde is.

Wat tot slot erg leuk is, is om de mooie spiekbriefjes een plek te geven in de klas. Dit stimuleert en motiveert andere kinderen om ook een verhaal te vertellen.

Het vinden van geschikte verhalen

Dit is wellicht het lastigste onderdeel voor kinderen, want waar kan je verhalen vinden die geschikt zijn om te vertellen? Hier hebben de kinderen echt de hulp van jou voor nodig. Zorg ervoor dat kinderen weten op welke website zij verhalen kunnen vinden of dat er geschikte boeken in de klas of op school aanwezig zijn.

Online geschikte verhalen vinden:

Boeken met geschikte korte verhalen:

  • Het verhaal vertelt – Arend van Dam.
  • Lang geleden… – Arend van Dam.
  • Overal en ergens – Arend van Dam.
  • In een land hier ver vandaan… – Arend van Dam
  • Arabische sprookjes – Rodaan Al Galidi
  • Groot Biegel sprookjesboek – Paul Biegel
  • De dertig mooiste verhalen van De sprookjesverteller – Thé Tjong-King
  • De sprookjesverteller, sprookjes van overal – Thé Tjong-Khing
  • Het grote Anansieboek – Johan Ferrier

Als jij aanvullingen hebt op deze lijst, laat het dan vooral weten door een berichtje te plaatsen onder dit bericht.

Ga jij de verhalenkring introduceren?

Goed voorbeeld doet volgen. Voordat jij de verhalenkring gaat introduceren is het in mijn ogen van belang dat de kinderen een goed voorbeeld hebben gezien. Mijn advies is dan ook om eerst zelf een verhaal te vertellen met behulp van de stappen die ik heb beschreven.

Ervaar zelf de kracht van het vertellen, maar ook wat je moet doen om het verhaal voor te bereiden. Maak het jezelf niet te moeilijk, maar start met een verhaal dat jij al kent. Twee van mijn favorieten zijn: De varkenshoeder en De Minotaurus en de draad van Ariadne.

Verder heb ik een aantal documenten die je aan de kinderen kunt geven. Al deze bestanden zijn .pdf-bestanden:

Mijn mooie spiekbriefjes

Helaas heb ik van mijzelf niet ieder mooie spiekbriefje bewaard. Dit is iets wat ik vanaf nu wel ga doen 🙂

Dit zijn de verhalen die ik heb verteld en waar ik een mooi spiekbriefje van heb gemaakt:

Mooie spiekbriefjes van kinderen

Dit zijn de gemaakte mooie spiekbriefjes van kinderen in mijn klas:

Ervaringen in mijn klas

In mijn klas heb ik ervaren dat kinderen het heel erg leuk vinden om de verhalen voor te bereiden en een verhalenkring te geven. Daarnaast waren er kinderen die ik niet aan het lezen kreeg. Zij vonden boeken niet boeiend/ konden zich er niet toe zetten om te lezen. Je kunt je dus ook wel voorstellen hoe zij naar een leeskring (boekpresentatie) keken en hoe dit ging. Deze kinderen vonden het lezen dan vaak ook lastiger.

Maar toen zij de opdracht kregen om een verhaal uit te zoeken die zij met behulp van een mooi spiekbriefje mochten voorbereiden gebeurde er iets. Ze begonnen te lezen! Fanatiek werd er gezocht naar een verhaal die hun interesse had. Verschillende korte verhalen werden gelezen en uiteindelijk kozen ze een verhaal. Als de kinderen het verhaal op het internet hadden gevonden, dan zorgde ik voor een print versie. De belangrijkste delen van het verhaal werden vervolgens door de kinderen onderstreept en er werd een mooi spiekbrief gemaakt. Wat ze mij teruggaven was dat zij het lezen van korte verhalen fijner vinden.

Uiteindelijk werd het verhaal vol trots verteld aan de klas!

Maar ook heb ik gezien dat kinderen die het spannend vinden om te vertellen of presenteren opbloeien tijdens het vertellen van een verhaal. Het mogen blijven zitten in de kring, dus niet voor de groep hoeven staan scheelt voor sommige al een hoop. Daarnaast mogen zij bij het vertellen van een verhaal een spiekbriefje in hun handen vasthouden. Dit geeft de kinderen letterlijk een houvast en ze hebben iets om op terug te vallen.

Alle kinderen die een verhalenkring bij mij hebben gedaan gaven na afloop aan dat zij het leuk vonden om te doen. En het publiek genoot iedere keer weer van een verhaal dat werd verteld door kinderen.

Wat zijn jouw ervaringen?

Ik hoop dat jij na het lezen van dit bericht enthousiast bent geworden en dat je in ieder geval zelf eens gaat proberen om een verhaal te vertellen.

Is het jou ook gelukt om kinderen in jouw groep enthousiast te maken om eens een verhaal te vertellen?

Dan ben ik heel nieuwsgierig hoe dit is gegaan en wat jouw ervaringen zijn. Ook als je nog vragen hebt, dan kan je deze altijd stellen. Dit kan je doen door een reactie achter te laten onder dit bericht of jouw ervaringen te delen op de Facebookpagina van inmijnklas.nl.

Heb jij foto’s en plaats je deze op Instagram? Vergeet dan niet om inmijnklas.nl te taggen: @inmijnklas.nl of #inmijnklas te gebruiken.

meesterJasper on FacebookmeesterJasper on Instagram
meesterJasper
Stamgroepleider van de Kluizelaar (groep 6/7/8) op O.J.S. de Petteflet te Groningen en oprichter van inmijnklas.nl. Met inmijnklas.nl hoop ik een plek te creëren waar meesters, juffen en studenten hun ervaringen en ideeën kunnen delen met elkaar!
Eén gedachte over “De verhalenkring”
  1. Hallo Jasper, wat een mooi initiatief om kinderen op deze manier aan het vertellen te krijgen. Maakt mijn verhalenvertellerhart blij 🙂
    Een paar boekentips:
    – Van bij ons – Margot Senden. Boek met een volksverhaal uit iedere provincie in Nederland. UItgegeven bij Clavis
    – De verhalenboom verhalen uit alle windstreken. Boek is niet meer in de boekhandel te krijgen, maar wel voor een prikkie bij tweedehands boekwinkels. Er staan verhalen uit Nederland, Turkije, Indonesië en Suriname in. Uitgegeven door Averroés
    – Prentenboeken van Iven Cudogham over Anansi de Spin. Uitgegeven door Gottmer. Deze boeken zijn wat makkelijker dan de Ferrier-versies.
    – Prentenboeken zijn sowieso een fijne bron om uit te vertellen. Zeker als je leerlingen ze nog kennen van hun kleutertijd/middenbouw

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geverifieerd door MonsterInsights