De kinderen zijn nog steeds met het thema: De Middeleeuwen.
Nadat de meeste kinderen klaar zijn met hun familiewapen komt monnik Einhardt weer in de klas. Wat is hij ontzettend trots op de kinderen en hij laat weten dat ook Karel de Grote blij is met zijn nieuwe vazallen.
Monnik Einhardt gaat de kinderen nu iets vertellen over het begin van de Nederlandse taal. Laat het volgende lied zien op het digibord en vraag de kinderen daar waar zij kunnen mee te zingen:
Bespreek na dit liedje wat de kinderen hebben gehoord. Kunnen zij uit dit liedje halen dat de eerste Nederlandse zin “Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?” is?
Hierna kan je ook nog het volgende filmpje aan de kinderen laten zien. In dit filmpje gaan de kinderen horen en zien hoe de Nederlandse taal vroeger was. Horen de kinderen verschillen en overeenkomsten?
De vazallen willen stadsrechten
De kinderen zijn vazallen en het doel van de komende opdracht is dat kooplieden in hun stad hen gaan schrijven waarin zij gaan vragen om stadsrechten. Maar waarom zou je stadsrechten willen hebben? En hoe moet je een zakelijke brief schrijven?
Bekijk dit filmpje met de kinderen:
In de brief de kinderen gaan opstellen moet zij tenminste antwoord geven op de volgende vragen:
- Waarom wil je graag stadsrechten?
- Aan welke plichten zal je je houden?
- Welke rechten wil je voor je stad?
Maar hoe moet je een zakelijke brief schrijven? Hoe begin je deze brief? Wat voor woorden gebruik je? En hoe sluit je deze brief af? Bespreek dit met de kinderen en laat ze eventueel een voorbeeld zien op het internet.
De kinderen zullen deze brief eerst in het klad schrijven. Zodra zij toe zijn aan de net versie, dan moeten zij dit met een kroontjespen schrijven. Je kan er ook voor kiezen om kalligrafie terug te laten komen in de brief.
Een brief aan de minister-president Nederland.
Minister-president Rutte vraagt hulp van kinderen en jongeren: ‘Denk mee!’ tijdens de coronacrisis. In zijn oproep geeft hij aan dat hij wil dat de kinderen het er voornamelijk in gesprek met elkaar over moeten hebben.
Toen ik aan de kinderen in mijn klas vertelde dat wij vanaf 8 juni 2020 weer ‘gewoon’ naar school gaan, kreeg ik de volgende reactie van veel kinderen:
“Ah nee, ik vind het wel enorm fijn om in een kleine groep (14 kinderen) les te krijgen. Ik kan mij nu veel beter concentreren en ik kan veel beter geholpen worden. Natuurlijk vind ik het ook leuk om de andere kinderen weer te zien, maar ik had liever dit gehouden.”
Deze opmerking bracht mij op het idee om een brief te schrijven aan de minister-president. Ook dit zal dus een zakelijke brief moeten worden en ook deze brief kunnen de kinderen met een kroontjespen en eventueel met kalligrafie vormgeven.
Vragen die de kinderen in deze brief kunnen beantwoorden zijn:
- Hoe vond je het om thuis te werken toen de scholen dicht waren?
- Hoe vond je het om in een kleine groep naar school te gaan? Wat zijn de voor- en nadelen volgens jou?
- Zou jij dingen anders aangepakt hebben tijdens de coronacrisis als jij minister-president was? Wat werd er volgens jou goed aangepakt?
- Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we de kans op een terugkeer van corona zo klein mogelijk maken?
Zodra de kinderen deze brief hebben geschreven zal ik ze ook daadwerkelijk versturen.
Ga aan de slag met Nederlandse taal
Hebban olla vogala, het begin van de Nederlandse taal. Nu is het aan de kinderen de opdracht om aan de slag te gaan met Nederlandse taal. In mijn klas leg ik beide opdrachten uit. De kinderen mogen zelf kiezen aan wie zij een brief willen schrijven.
Welke opdracht ga jij aan de kinderen in jouw klas geven?
Zodra de kinderen klaar zijn met hun brief. Dan zal Karel de Grote stadsrechten aan de kinderen toekennen. Tijdens de volgende opdracht zullen de kinderen een kasteel gaan ontwerpen.