Het verhaal van de maand oktober gaat over de witte wieven. een spannende sage die je uitstekend kunt gebruiken in de klas rond Halloween of Sint-Maarten. Omdat het op 31 oktober Halloween is, heb ik deze maand gekozen voor een wat spannender verhaal. De witte wieven zijn mythische wezens en er zijn verschillende versies die verteld worden. Het verhaal over de witte wieven heb ik aangepast aan de omgeving waar onze school staat. Zo sluit het verhaal beter aan bij de belevingswereld van de kinderen
Korte samenvatting van het verhaal
Lang geleden, in de middeleeuwen, woonde in het dorp Dorkwerd de jonge molenaarszoon Luwe. Hij geloofde niet in de verhalen over de Witte Wieven – geheimzinnige vrouwen die in de mist van het Roege Bos zouden dwalen. Om te bewijzen dat hij niet bang was, ging Luwe op een nacht het bos in met zijn hond en een lantaarn.
In de mist verschenen drie witte gestalten. Ze boden hem een zilveren kelk aan en waarschuwden hem dat hij moest oppassen wat hij meenam. Luwe nam de kelk toch mee naar huis, maar de volgende ochtend was de kelk verdwenen – en ook zijn hond was spoorloos. Sindsdien hoort men bij volle maan soms geblaf in het Roege Bos, en fluistert men dat de Witte Wieven nog altijd waken over wat hen toebehoort…
Kinderen nieuwsgierig maken
Ook bij dit verhaal zijn er weer aantal voorwerpen die je in de kist kan stoppen. Denk hierbij aan:
- Een oude lantaarn – symbool voor Luwe’s tocht in het donker.
- Een hondenhalsband of pootafdruk – verwijst naar Joris.
- Een zilverkleurige kelk of schaal – de schat van het klooster van Aduard.
- Een potje met ‘mist’ (watten met glitters) – om de sfeer op te roepen.
- Een takje kruiden (zoals salie of lavendel) – herinnering aan de kruidenvrouwen die de Witte Wieven ooit waren.
Daarnaast kan je ook bij dit verhaal een raadsel in de kist doen. Het raadsel kan je hier gratis downloaden.
De opdracht voor de kinderen
Maak twee strips. Je maakt eerst een proefversie. Zorg eerst voor de verhaallijn en schetsen. Als jouw strips zijn nagekeken, dan maak je de net variant.
Met deze opdracht oefenen de kinderen het samenvatten van een verhaal, emoties tekenen en het bedenken van een eigen sage.
1. De nacht van de mis: Maak een strip van vier tot zes vakken. Je laat zien wat er gebeurde toen Luwe de Witte Wieven zag.
In elk vak laat je het volgende terugkomen: Wat gebeurt er? Wat zegt of denkt iemand? Welke emoties zie je op het gezicht?
2. Het geheim van de witte wieven: Maak een strip van acht vakken waarin je een nieuwe versie van het verhaal vertelt.
Misschien ontdek jij wat de Witte Wieven écht willen, of help je ze juist. Gebruik de structuur van een sage, dit is als volgt:
- Inleiding – waar speelt het zich af?
- De ontmoeting – de mist komt op…De schrik of verwarring
- De ontdekking – iets bijzonders gebeurt
- De afloop of de waarschuwing
Tip: gebruik veel gezichtsuitdrukkingen en korte zinnen of gedachtenballonnetjes.
De strip wordt ook een lampion
Aangezien het ook bijna 11 november is moeten er ook lampions gemaakt worden. Daarom gaan wij van de strips ook lampions maken.

De witte wieven in jouw klas
Heb jij het verhaal over de witte wieven verteld in jouw klas? En heb jij hier de bovenstaande opdracht aangekoppeld? Of heb jij iets anders gedaan?
Dan ben ik natuurlijk ook nieuwsgierig naar jullie ervaringen en de resultaten. Heb je iets anders gedaan, dan lees ik dat ook graag.
Laat het ons weten door een reactie achter te laten onder dit bericht of jouw ervaringen te delen op de Facebookpagina van inmijnklas.nl.
Heb jij foto’s en plaats je deze op Instagram? Vergeet dan niet om inmijnklas.nl te taggen: @inmijnklas.nl of #inmijnklas te gebruiken.
Het uitgebreidere verhaal over de Witte Wieven van het Roege Bos
Lang geleden, toen Groningen nog een kleine stad was met houten poorten en modderige straten, lag er ten noorden van de stad een donker woud: het Roege Bos. Niemand ging daar graag heen als de zon onderging. De bomen stonden dicht op elkaar, het mos dempte elk geluid, en in de mist zag je soms witte gestalten tussen de stammen zweven.
De mensen fluisterden over de Witte Wieven — vrouwen die eeuwen geleden in het bos hadden geleefd. Sommigen zeiden dat ze wijze kruidenvrouwen waren, verdreven omdat men hen van tovenarij verdacht. Anderen beweerden dat het zielen waren van edelvrouwen die in tijden van oorlog waren verraden en gestorven. Maar iedereen wist: als de mist opkwam, moest je niet naar hun gezang luisteren.
De uitdaging
In het dorp Dorkwerd woonde Luwe, de zoon van de molenaar. Hij was slim, maar te trots. Hij lachte om de verhalen.
“De Witte Wieven? Dat zijn gewoon nevels!” zei hij tegen zijn vrienden.
Maar op een avond, toen de maan laag stond, daagde een vriend hem uit:
“Als jij zo dapper bent, ga dan vanavond het Roege Bos in. Neem iets mee terug als bewijs.”
Luwe grijnsde. “Afgesproken.”
Hij nam een lantaarn, een houten kruisje dat zijn moeder hem had gegeven en zijn hond Joris.
In het Roege Bos
De mist kroop over de grond als een levend wezen. De bomen leken dichter bij elkaar te staan, alsof ze iets verborgen.
Plotseling ging er een koude wind door het bos, en de vlam van zijn lantaarn doofde. Joris gromde zacht.
Toen hoorde Luwe gefluister, als stemmen in de wind. Uit de nevel verschenen drie vrouwen, gekleed in wit, hun haren lang en zilverachtig glanzend.
“Waarom kom jij hier, sterveling?” fluisterden ze.
“Ik zoek de waarheid,” zei Luwe, zijn stem trillend. “Ik wil weten wie jullie zijn.”
De middelste vrouw glimlachte. “Wie de waarheid zoekt, moet betalen met moed.”
Ze hief haar hand, en in het zwakke maanlicht verscheen een zilveren kelk op een bed van mos.
“Deze kelk werd ooit gestolen uit het klooster van Aduard,” zei ze. “Hij hoort niet in mensenhanden.”
Luwe wilde iets zeggen, maar de vrouwen verdwenen plotseling. Alleen Joris blafte naar een oude eik. Onder de wortels lag de kelk, half begraven in aarde.
Hij pakte hem op. Hij voelde ijskoud aan, alsof er geen leven in zat.
“Bewijs genoeg,” mompelde hij. En hij rende terug naar huis.
De volgende ochtend
Toen Luwe wakker werd, voelde alles vreemd. De lucht in zijn kamer was kil. De kelk lag niet meer op de tafel — alleen een hoopje natte aarde bleef achter. Op het raam zat een vage afdruk van een hand, getrokken in mist.
Zijn moeder kwam binnen, bleek van schrik.
“De hond is weg,” zei ze. “Hij kwam vannacht niet thuis.”
Luwe holde naar het bos. Dagenlang zocht hij, maar Joris bleef spoorloos.
Soms dacht hij in de verte geblaf te horen, maar telkens wanneer hij dichterbij kwam, trok de mist zich terug.
Vanaf die dag was Luwe niet meer de stoere jongen die hij was geweest.
Hij sprak weinig, en elke avond, als de mist over het land kroop, stak hij een kaars aan voor het raam — om zijn hond te leiden, of misschien om iets anders af te weren.
En nog altijd, zeggen de mensen van Dorkwerd, kun je in het Roege Bos bij volle maan een hond horen blaffen.
En soms, als je goed luistert, hoor je drie stemmen zacht zingen:
“Wie neemt wat hem niet toebehoort,
verliest wat hij het meest behoort.”
Andere versies van de witte wieven
Er zijn verschillende verhalen over de witte wieven te vinden. Hieronder een aantal linkjes:
- Meerdere verhalen op: Beleven.org
- Boek van bij ons op Bol.com
