Eventjes iets anders tussen het harde werken door. Energizers zijn kleine opdrachten die zorgen voor een afwisseling, het losmaken van energie en het richten van aandacht.
Tijdens mijn opleiding moest ik tien verbale en tien non-verbale energizers maken. Om het voor mijzelf bruikbaar te maken, koos ik ervoor om compacte kaartjes te maken. Op deze kaartjes staan de opdrachten kort beschreven, daarnaast staat er op de kaartjes vanaf welke groep je de energizers kan gebruiken. Dit is echter een indicatie, want je kan een opdracht natuurlijk altijd eenvoudiger of moeilijker maken.
De kaartjes heb ik uiteindelijk uitgeprint, gelamineerd, uitgeknipt en liggen in een bakje op mijn bureau.
Energizers in mijn klas
In mijn klas kijken de kinderen altijd erg uit naar de energizers. Eindelijk mogen ze hun boeken aan de kant leggen, achter hun tafel vandaan komen en actief bezig zijn. Maar naast dat het leuk is, is het ook enorm leerzaam. De kinderen moeten namelijk samenwerken tijdens de oefeningen. En aangezien het hier gaat om drama opdrachten moeten zich ook kwetsbaar opstellen. Dit kan best spannend zijn en daarom is het wel goed om van tevoren duidelijke afspraken met elkaar te maken.
Niet alleen de kinderen genieten tijdens de energizers, maar ook ik geniet van de kinderen. Het is schitterend om te hoe kinderen zich uitleven tijdens een oefening en hoe bijvoorbeeld een kind naar de voorgrond treedt terwijl hij zich normaal meer op de achtergrond begeeft.
Download de kaartjes voor in jouw klas
Klik hier om de kaartjes met energizers te downloaden 🙂
Print, lamineer en knip de kaartjes uit en gebruik ze in jouw klas!
Wat ik heel leuk zou vinden is als je een reactie achterlaat onder dit bericht. Wat vind je van de energizers? Heb je ze ook daadwerkelijk uitgeprobeerd in jouw klas? Zo ja, wat vonden er dan van?
Nog een leuke korte drama opdracht:
Geef de leerling een beroep om uit te beelden, maar geef daarbij ook een ‘handicap’. Zoals een dierenarts met als handicap: allergisch voor haren. Of een opticien die scheel kijkt. Zo zijn er heel veel te verzinnen en hilarisch.
Ook een leuke: schrijf 6 lichaamsdelen op. 1=lijf, 2=poten, 3=armen, 4=oren, 5=staart, 6=kop. De leerlingen hebben een leeg papiertje voor zich (of hun taalschrift). Gooi met een dobbelsteen: het cijfer wat gegooid wordt is wat de leerlingen moeten tekenen. Dan wordt er nog eens gegooid, dit geeft de hoeveelheid aan van het aantal dat getekend moet worden. Dus 1e gooi is 4, 2e gooi is 3, dan moet de leerling dus 3 oren tekenen in zijn dier/oid